Van een goed cultureel product verwacht ik dat het mij iets vertelt. Als het iets is wat ik al weet, dan zou ik graag op de juiste manier herinnerd willen worden aan dit feit. Als het iets is wat ik zelf nog niet tegen ben gekomen, verwacht ik dat het mij een duidelijk beeld verschaft van hetgeen het mij wil zeggen. Dit kan op een vrij direct herkenbare manier, als wel op een abstracte manier. Beide herkenningsvormen zitten in mijn bevattingsvermogen.
Ik ben van mening dat een cultureel product voortkomt uit de drang van de maker om iets aan zijn publiek te vertellen. De meerwaarde van het product is belangrijk.
Deze meerwaarde wordt gecreeerd door een geest die in staat is om deze wereld van een afstand te beschouwen en er een vorm aan te geven die deze meerwaarde overbrengt.
In deze (geestelijke) afstand bestaat de mogelijkheid om genialiteit te ontwikkelen. Niet per se noodzakelijk voor een goed cultureel product, maar hoe genialer hoe hoger de meerwaarde van dit product.
Hardwerkende creatieve geesten hebben deze samenleving op een hoger niveau gebracht.
We weten het tegenwoordig. Creativiteit en eigen inbreng worden gewaardeerd in onze samenleving. Niet altijd kun je je voldoening halen uit het dagelijkse leven, en wat is er mis met verder kijken? Zijn we niet verder gekomen door juist het bestaande met iets nieuws te verbinden?
De maatschappij vraagt veel van ons. Als je jong bent, moet je jezelf nog ontdekken, maar tegelijkertijd merk je dat de samenleving, zoals die door voorouders is gecreeerd hoge eisen aan je stelt. Je vraagt je af: Hoe zou ik het doen? Wil ik zo worden als mijn ouders of wil ik iets anders? Wil ik het beter doen? In de onstuimigheid van het jongzijn zoek je naar meer.
Het trekt je.
De flyer van het toneelstuk: “De stem van Tamar” vertelt mij dat het hier gaat om het volgende thema:
“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Dat is wat veel mensen doen. Elke dag naar hun werk, altijd hetzelfde dag in, dag uit. Sommige mensen draaien hiervan door. Zij gaan op zoek naar iets anders. Ze doorbreken de grenzen van het gewone. Verdwijnen in hun eigen werkelijkheid. Even voelt het goed. Totdat ze de weg kwijtraken. Als niemand ze komt halen. Dan zijn ze verloren.”
Ik heb het stuk gezien en wil er het volgende over kwijt: ‘Goed acteerwerk, maar helaas moesten deze geoefende acteurs je meeslepen in een pretentieus en nietszeggend stuk.’
Tijdens de inleiding verwijst de regisseur naar bestaande scenes in kraakpanden en suggereert daarmee dat er een directe herkenbaarheid zou zijn met deze kraakpanden. Hier wordt het idee gewekt dat zich in de Nederlandse kraakscene alleen maar drugstaferelen afspelen.
Een beetje kenner van deze scene betrapt de regisseur direct op zijn onwetendheid over wat zich onder de Nederlandse jeugd afspeelt.
Met name krakers zijn niet zo dol op drugsverslaafden in hun panden, omdat zij weten dat dit overlast bezorgd, en zij willen in deze panden blijven. Ik zal niet zeggen dat deze panden drugsvrij zijn, maar het idee van doelloze jongeren die in deze panden verloederen is niet aan de orde. Natuurlijk zijn jongeren op zoek, maar vaak vinden deze jongeren uiteindelijk hun weg wel. Het leven onder primitievere omstandigheden maakt dat ze zich vrijer voelen en in staat zijn om kwaliteiten te ontdekken.
Bij kraakpanden denk ik eerder aan studenten, idealisten en jongeren die moeilijk aan een betaalbare woning kunnen komen. Ik denk aan feestjes, inderdaad niet zonder drugs en drank, maar ook aan veganistische eetcafe’s en creatief ingerichte woningen.
Bij de inleiding kreeg ik al sterk het idee dat hier geoordeeld werd op afstand.
De regisseur verwijst naar een boek dat geschreven is in Israel, en ook gaat over de jeugd in de achterwijken daar. Voor Nederlandse normen komt deze setting ietwat abstract over, zeker als het verplaatst wordt naar Rotterdam. Op zich is hier niets mis mee, maar de herkenning vertroebelt juist door de verplaatsing naar Rotterdam. Het suggereert een directe herkenning, die niet aanwezig is omdat de problematiek in die vorm niet in Rotterdam voorkomt.
Iemand die een beetje wegwijs is met de zelfkanten van de Nederlandse samenleving, zal al snel de conclusies trekken dat de setting zoals omschreven in het theaterstuk, niet overeenkomt met die van de Nederlandse samenleving. Een kenner daarvan zal geen (h)erkenning vinden. De nietkenner, zal geen steek wijzer worden van de beleving van jongeren in Nederland in door stuk. Gezien dit stuk wel door vele scholieren is gezien, lijkt mij de pretentie dat dit wel had moeten zijn wel aanwezig. Ik denk dat de regisseur er beter aan had gedaan om het stuk in Israel te laten. De herkenning van de zoektocht van jongeren zou dan beter tot zijn recht komen, zeker omdat het abstracte thema, de zoektocht, gezien zou worden als iets van jongeren zelf. De verplaatsing naar Rotterdam suggereert een directe herkenbaarheid, die niet aanwezig is.
De verhaallijn zal ik quateren uit de flyer van het stuk:
“Assaf leidt een rustig leven. Hij heeft het saaiste baantje ooit. Hij werkt bij de gemeente en brengt loslopende honden terug naar hun baasje. De hond van Tamar sleurt Assaf door de stad. Tamar zal zijn wereld op zijn kop zetten.
Alleen weet Assaf nog van niets.
Tamar heeft even genoeg aan haar hoofd. Het enige waaraan zij kan denken is haar broer Sjaj. Hoe zij hem kan redden. Verslaafd aan drugs is Sjaj in handen van Pesach beland. Een uitbuiter die geld wil verdienen aan Sjajs mooie gitaarspel.
Tamar ziet haar broer Sjaj langzaam verdwijnen in de schemerwereld van Pesch. Drugs houden hem gevangen. Om hem te helpen moet Tamar dichtbij komen. Ze traapt al haar moed bij elkaar en gaat haar broer redden. Maar kan zij het opnemen tegen Pesch en zijn meedogenloze hulpje Miko?
Wat de verhaallijn mij precies wil vertellen, is mij onduidelijk. Sjaj is in het stuk een goede gitaarspeler. In het stuk zegt Pesach dat Sjaj nooit zo goed kan spelen zonder drugs. Sjaj gelooft hem. Maar moet ik denken dat je alleen geniaal kunt zijn als je drugs gebruikt? Is genialiteit dan slecht? Het wederwoord blijft buiten kijf. Tamar zegt niets, en aan het eind is niet duidelijk wat Sjaj afgekickt gaat doen.
Assaf is geboeid door de harde wereld waarin Tamar leeft. Hij heeft zelf een saai baantje en is nooit met echte ellende in aanraking gekomen. Dat hij er voor kiest om Tamar te helpen is omdat hij gevoelens voor haar heeft. Mij is echter volkomen onduidelijk in welke mate Assaf bij zichzelf blijft en in welke mate hij kiest om open te zijn naar deze wereld. Juist zijn rol kan ons aanspreken. De buitenstaander die in aanraking komt met een andere wereld. Zijn overwegingen komen totaal niet aan bod. Weer een inhoudelijke misser.
Na het stuk weet ik niet wat de regisseur mij heeft willen vertellen. Ik kom niet verder dan het feit dat drugs slecht zijn en dat het lastig is om er van af te kicken. Verder komen bij mij alleen maar vragen op, waar in het stuk niets mee gedaan is. Dat is jammer, want thema’s die aan de orde komen, zoals vrijheid en zoeken naar je eigen krachten en mogelijkheden worden niet toegelicht. Thema’s die voor jongeren essentieel zijn.
De vorm van het theaterstuk was echter niet zo slecht. Er werd gekozen voor de afwisseling met muziek, filmbeelden en dans. De filmbeelden en het acteerwerk hadden een goede samenhang. Tamar die via haar schaduw een hond op het beeldscherm aait. Goede vondst. De dans was hip en goed uitgevoerd. De muziek vond ik mooi en goed gekozen. Het snerpende geluid ging als een naald door je aderen heen. Ik moet wel zeggen dat ik de luidheid muziek te overweldigend vond. Het lijkt op een effect dat de verschrikkingen van deze jongeren zou moeten weergeven, maar omdat het stuk daar zelf onduidelijk over is, versterkt de muziek eerder de verwarring over het stuk zelf.
Uit de inleiding had ik ook begrepen dat het stuk vertoont is onder veel scholieren. Omdat ik het zelf af en toe wat simplistisch vond voor volwassenen, probeerde ik het te bekijken vanuit de ogen van tieners. Voor tieners is duidelijkheid van belang. In het boven omschrevene heb ik al uitgelegd dat dat in dit stuk niet erg aan de orde is. Zeker de pretentie dat het zich in Rotterdam af moet spelen is voor tieners niet herkenbaar. Voor veel tieners is blowen niet vreemd en ook aan hen wordt voorgesteld om eens iets harders te proberen. Voor een buitenstaander wordt versterkt dat drugs echt slecht zijn, maar de blowende jongere zal zich niet herkennen in dit stuk, omdat zijn of haar omgeving er anders uitziet.
De flyer van het stuk begint met: “Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.” Het lijkt er op of dit de moraal van het verhaal is. Spring niet uit de band, want dan krijg je pas ellende. Dit getuigt van de grootste truttigheid die ik me maar voor kan stellen.
Bovendien weer niet duidelijk weergegeven door de opzet van het stuk. De experimentele muziek, de stellages, de abstracte effecten van schaduw, beeld, dans en kostuums? Komen deze niet voort uit het doorbreken van grenzen? Goed en kwaad worden op deze manieren weergegeven waaruit ik op moet maken dat de regisseur hier zelf geen stelling in genomen heeft.
Omdat ik het boek niet gelezen heb, kan ik hier geen oordeel over geven. De schrijver David Grossman is zelf een van de verheven geesten in het door het langdurige conflict tussen Israel en Palestina geteisterde landen. Hij schrijft hierover in een ander boek: ‘Angst vreet de ziel op’. Hierin beschrijft hij kritisch de houding van Israel in dit conflict.
Ik ga er vanuit dat de kwaliteit van het toneelstuk geen verlengde is van de kwaliteit van het boek.
De zoektocht naar genialiteit kan je bezeten maken. Je ervaart pieken en dalen. Het gevaar om je zelf er aan op te hangen bestaat en de keldering van de piek naar beneden is een zwaar en pijnlijk proces. Toch hoeft deze zoektocht niet per se gepaard te gaan met het verwoesten van je leven. De zoektocht naar de meerwaarde zou juist meer intentie en betekenis aan je leven kunnen geven. Gevaren bestaan, maar hebben eerder te maken met een instabiel opgebouwde persoonlijkheid als met het gevaar van de genialiteit zelf.
De acteurs brachten geloofwaardige personages voort. Ik zou zelf in dit stuk Assaf als held willen benoemen. Hij is de gene die zich open durft te stellen voor de meerwaarde. Fascinatie, kracht en ondergang. Hij komt het allemaal tegen. Tamar komt Assaf tegen omdat zij vanuit zichzelf een sterke wil naar stabiliteit heeft. De personages rondom Assaf gaan ieder op een andere manier om met dit anders zijn. Alleen Assaf is hiervan niet het slachtoffer.
Deze boodschap komt uit het stuk niet naar voren. Een andere ook niet. Ik laat mij graag verleiden tot een ander of breder inzicht.
Ik moet hier mijn conclusies zelf trekken en ben daarmee helaas niet wijzer geworden van dit product.
Anke van de Bilt.