Het is zaterdag en op de Buitenplaats hangt de was buiten; in de munttuin gonst het van de hommels en buurtbewoners hebben alle tijd om een praatje te maken. Een hondenbezitter wandelt hier met zijn hond en wil ook graag tuinieren. Hij komt hier ook vaak 's nachts en vindt het een wonder dat er niets gesloopt is. Hij zal bij droog weer de planten ook water geven met de groene gieters die altijd in de boom hangen. Als hij weggaat, krijgt hij twee aubergines die in de kas als kool groeien. Kinderen aarzelen of ze over de kunst-brug zullen lopen; ze vertellen dat al hun moeders nu in de Beverwaard zijn. Ze gaan hun moeders vragen of ze mee kunnen doen aan het hangmat-knopen. Een buurtbewoner van het Mathenesserplein wil ook graag een bloemnperk zoals op de Buitenplaats. Ik nodig hem uit om in het voorjaar naar de kwekerij te komen.