Heel langzaam wordt ik uit mijn licht vochtige droom weggetrokken door mijn enige en allerbeste vriendin. Sterre (4) heeft haar prinsessenjurk in haar arm en kijkt me liefslaperig aan.
“’t is toch al morgen papa? en dan had je het beloofd”
“Tuurlijk liefje”mompel ik, nog half in mijn lekkere droom van die nacht waarin ik weer eens een goede daad mocht verrichten, “doe jij je jurk maar lekker aan”
Ze had me de vorige dag nog heel duidelijk gevraagd of ze, zodra ze wakker zou worden, haar prinsessenjurk aan mocht, want dat was al zooooo lang geleden en als ze niet wakker mocht worden moest ik haar niet vergeten zelf wakker te maken. Ik probeer nog heel even niet helemaal wakker te worden en probeer heel onbehendig haar armen in de nauwe mouwtjes te buigen. Na een minuut of vijf worstelen en bijna tranen blijkt er een ritsje te zitten aan de achterkant die het toch een stuk makkelijker maakt bij het aantrekken van het kindergewaad.
Eindelijk is ze dan de prinses die ze moet zijn en valt vol vetrouwen in mijn armen. Ik knuffel haar stevig en bedenk me ineens dat ik misschien toch maar met haar moet trouwen, zoals we al eerder afgesproken hebben.
Al anderhalf jaar hebben we die plannen en ze gaat er nog steeds in mee. Haar prinsessenjurk, cola, chips,een K3 taart en bloemen. Een groot feest zal het worden en iedereen moet komen. Ook mama met haar vriend Marco, diens twee dochters (die trouwens ook niet zouden misstaan in het prinsessendom) , Djardy (haar grootste broer) met ook weer zijn broertje Kane, iedereen moet er zijn. Een keer heeft ze onze plannen tegengesproken, toen had ze een vriendje, maar die was gelukkig voor mij al weer snel out of the picture.
De huwelijksdatum hebben we eigenlijk nog nooit echt goed besproken, evenals de locatie, maar daar komen we wel uit, meegaand als ik ben.
Ik weet heel goed dat dit plan een keer ter ziele zal gaan en leef dan ook angstig voort naar dat moment. Nu kust ze me nog op mijn mond en dat zal over een half jaar misschien mijn wang zijn waarna ze me niet heel lang daarna helemaal niet meer kussen zal want dat is dan stom, toch zeker tegenover haar vriendinnen van dan en raak ik haar langzaam kwijt.
Niet echt kwijt natuurlijk maar ze zal langzaam op gaan in het leven, haar leven, waarvan ik bid dat het mooi zal zijn en dat ze onwaarschijnlijk en verschrikkelijk gelukkig zal worden.
’t Is een pittige tante, opgroeiend tussen die twee tamme draken van broers , en zal haar vrouwtje wel staan, daar ben ik niet zo bang voor, maar toch blijft het ten allen tijde mijn meisje en als ik de kans krijg breng ik haar tot d’r zestiende naar school.
Ook dat zal stom zijn en niet gebeuren maar zo voel ik het wel.
“hee papa, koekeloe”zegt ze, kijkt me veel te lief aan en vraagt om een oranje Wicky.
God, laat haar oranje Wicky drinken tot ze trouwt en dan graag met een vrouw, want mannen zijn niet te vertrouwen, echt niet, geloof me…