The commons is a general term referring to the cultural and natural resources accessible to all members of a society, including natural materials such as air, water, and a habitable earth. These resources are held in common, not owned privately.
Nieuwe serie over de praktijk van de Tuinman(m/v)
Creatief Beheer werkt sinds 2002 aan een wijkaanpak en een verdienmodel, waarbij het dagelijks onderhoud en de dagelijkse zorg (interactie mens en natuur) in een wijk de basis vormt. Door deze dagelijkse onderhoud- en zorgpraktijk te koppelen in de uitvoering en te werken met een ervaren vakman; de Tuinman(m/v) is het mogelijk het werk leuk, leerzaam en nuttig te maken voor participanten. Op deze manier wordt participatie een ‘manier van meedoen’ waar iedereen baat bij heeft, zowel de wijk als de participant op basis van wederkerigheid. Deze aanpak heeft zichzelf op kleine schaal inmiddels bewezen in 8 Rotterdamse wijken, met zo'n 30 betaalde Tuinmannen(m/v) en projecten die allemaal al zo'n 4 tot 8 jaar draaien tot ieders tevredenheid. Op deze manier wordt dus van de nood een deugd gemaakt en dit zorgt ervoor dat meedoen (participeren) leuk, nuttig en leerzaam wordt.
Ieder jaar leren we met al onze Tuinmannen(m/v) weer veel bij. Het is dan ook een opleiding, waarbij we met zijn allen het vak in de praktijk vormgeven. Op www.tuinmanindewijk.nl communiceren we zo goed mogelijk onze visie en methode alsmede onze vorderingen. Creatief Beheer wil haar inzicht en ervaring inzichtelijk maken voor een ieder die wil meedoen (open source development – TOPFLOOR).
De Tuinman(m/v) is in alle opzichten een ‘product’ van de zogenaamde ‘achterstandswijk’. We hebben hem/haar ontwikkeld en getest dag in en dag uit in de praktijk met behulp van honderden (zo niet duizenden) mensen wonend in en/of betrokken bij deze wijken (ambtenaren, bewoners, vakmensen, vrijwilligers, wetenschappers).
In dit artikel (de eerste van de serie) een beschrijving van het werkveld van de Tuinman(m/v) en een doorkijk naar de toekomst; de vorming van een nieuw gemeenschappelijk domein in het ‘midden’ (hart) van onze samenleving; the ‘new commons’. Deze ‘new commons’ lossen in een klap een heleboel problemen op, waar we nu mee ‘worstelen’
Een andere manier van kijken
Hoe je ‘iets’ beoordeelt hangt sterk af van de manier waarop je naar ‘iets’ kijkt. Zo wordt de ‘problematische multiculturele achterstandswijk’ een totaal andere wijk als je er door de ogen van de Tuinman(m/v) naar kijkt. Tuurlijk zijn er problemen (waar niet!), maar het zijn ook gewone wijken, waar geleefd wordt, vreugde en liefde gedeeld, kinderen opgroeien, etc, etc. Als je nog beter kijkt, zie je in plaats van ‘problemen’, juist tal van kansen, want in feite zijn dit de wijken, waarin de toekomstige stedelijkheid zich manifesteert en zal ontwikkelen.
Van verzorgingsstaat naar een verzorgende samenleving
De verzorgingsstaat kraakt momenteel in zijn voegen en blijkt in al haar rationaliteit en mooie ethiek niet houdbaar. Er is dus iets anders nodig om een samenleving solidair en gezond te houden, een nieuwe gemeenschappelijkheid en onderlinge solidariteit. Ook een aanpak, die in plaats van geld kost, geld oplevert. En dat is eenvoudiger dan de meeste mensen denken!
Door de leefomgeving van mensen integraal te verbeteren, worden ze 'als vanzelf' gelukkiger, gezonder en krijgen ze dus ook meer mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Dit is een zeer kansrijk traject en investeringsvorm voor de ‘moderne stad’, want gezondheid en leefbaarheid wordt een steeds belangrijker en discriminerend criteria voor het succes van steden en deze zijn altijd een samenspel van verschillende ‘harde’ en ‘zachte’ factoren. De keus is hier simpel; willen we een stad waar kinderen overal kunnen buitenspelen, waar buurtbewoners elkaar kennen en mensen graag wonen. Of willen we als een verzameling gated communities voor de well-to-do, verbonden via no go areas en overal camera controle...dit is de richting waar we momenteel op aansturen, als we het sociale/fysieke domein niet ontwikkelen.
Sociale verschraling
Door intrinsieke maatschappelijke factoren (individualisering, professionalisering zorg, marktwerking, efficient, grootschalig, e.a.) is de ‘noodzaak tot omgang’ met elkaar in het leven van alledag afgenomen. Dit geldt in het bijzonder voor de ‘zwakkeren’ in onze samenleving. Dit zijn ook de mensen, die meer en meer afhankelijk geworden van professionele zorg. Deze ’sociale verschraling’ is ons inziens de hoofdoorzaak van de isolatie en vereenzaming van ‘zwakkeren’ in onze samenleving (het is dus niet hun eigen schuld!). En dit zijn nu juist de mensen, die weer zelfredzaam dienen te worden.
Herstel van de ‘noodzaak tot menselijke interactie’
Op wijk/straatniveau in de onderhoud- en zorgpraktijk van alledag komen dan ook alle beleidsterreinen samen: groene en veilige buitenruimte, sociale cohesie, goed onderwijs, voorzieningen, de kwaliteit van het huis. Dit zijn belangrijke criteria voor mensen om ergens blijven of gaan wonen. Dit is nog belangrijker voor opgroeiende kinderen, zwakkeren en ouderen, die in grotere mate afhankelijk zijn van hun directe leefomgeving (minder mobiel). In deze alledaagse individuele leefomgeving van mensen komen het fysieke, sociale en mentale samen en deze leefomgeving is dus ook het best te benaderen via de dagelijkse zorg en onderhoudpraktijk (zorg voor elkaar en omgeving)
Ergo: het is vele malen effectiever om de directe leefomgeving van deze mensen ter plekke, integraal en duurzaam te verbeteren, in plaats van indirect via dure (niet preventieve) zorgsystemen. Voorkomen is beter dan genezen. Het is logisch dat de oplossing te vinden is in een herijking van de ‘onderhoud en zorg’ praktijk. Op deze manier kan het sociale kapitaal in een wijk gemobiliseerd en ontwikkeld worden, terwijl tegelijkertijd, de veiligheid, het gebruik en de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte verbeterd worden.
The New Commons
Nu dus zo wat alle beleidsintenties wijzen naar een kleine decentrale ‘netwerkoverheid’ in een ‘netwerksamenleving’, waar burgers hun verantwoordelijkheid nemen voor het algemeen belang (Civil Society), dient, zoals hierboven beschreven, de uitvoerende praktijk te worden aangepast. Hier vinden namelijk de grootste veranderingen plaats; in het alledaagse en de omgang met elkaar. Hier liggen dus ook de grootste nieuwe kansen en de beste verdienmodellen te wachten. Er is 'grof gezegd' een 'nieuwe sociale infrastructuur' nodig, die ‘verbindingen’ herstelt en zo de sociale verschraling tegengaat. Hierdoor wordt de directe leefomgeving van ‘bewoners’ substantieel verbeterd.
Alles is er al !
Wie door zijn oogharen kijkt ziet dit nieuwe domein momenteel langzaam ontstaan in het ‘midden’, tussen de mensen in zogezegd. Deeleconomie, cocreatie, kanteling, transitie, wederkerig, sociale innovatie, groene energie, stadslandbouw, wijkcooperatie, burgerkracht, etc. etc. Het gaat allemaal over ‘samen’ dingen doen en delen. Zo zijn daar inmiddels de Creative Commons, het delen van ideeën. De Collaborative Commons, het delen van spullen/diensten. Maar het belangrijkste en verbindende domein waar dit alles samenkomt en geborgd kan worden is wat we hier zouden willen noemen de Common Commons. Dit is het gebied van de dagelijkse omgang met elkaar en dit is eenvoudig en bijna natuurlijk functioneel te verbinden met het dagelijks zorgen voor elkaar en omgeving. Deze ‘new commons’ (3 keer CC) zijn te samen ‘het dynamische ‘hart’ van het publieke domein in onze samenleving en verbonden met de openbare ruimte via de wijk. Dit is dus een samengesteld dynamisch domein, waar wij mensen onze samenleving op microniveau vorm geven; elkaar ontmoeten, van elkaar leren en elkaar helpen. Deze ‘new commons’ zijn geworteld in de wijk en is van iedereen en kan dus ook door iedereen gebruikt worden, ten gunste van de wijk en zichzelf. Dit domein omvat de directe nabijheid van mensen, gebaseerd op gemeenschappelijke bezit, gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en gemeenschappelijk gebruik/toegang.
De Weg Erheen
De ontwikkeling van deze 'nieuwe praktijk' corrigeert geleidelijk (zachte landing) drie ‘systeemfouten’, die aan de basis liggen van de huidige praktijk en die de ‘nieuwe praktijk’ van de ‘new commons’ in de weg staan. (Zie fig 3)
1 Discrepantie theorie/beleid en de dagelijkse praktijk
Door de achterhaalde uitgangspunten van de ‘verzorgingsstaat’ stuurt ‘het oude theorie/beleid complex’ de praktijk verkeerd aan. De nieuwe praktijk dient vanuit nieuwe uitgangspunten te worden gestuurd en ontwikkeld. Hierbij hoort een ander mensbeeld (van rationeel naar sociaal) en bijgevolg een nieuwe manier van organiseren ‘new commons’
2 De verkokering en specialisatie doorgevoerd tot op microniveau
Door de –naar nu blijkt- te ver doorgevoerde efficiency en eenzijdige sturing vanuit ‘boven’, heeft dit inmiddels geleid tot een nagenoeg absolute scheiding van het fysieke werkveld en sociale werkveld. Deze dienen weer verbonden te worden, omdat ze allebei substantieel bijdragen aan de directe leefomgeving van mensen. De verbinding gaat altijd via mensen.
3 Het ‘verouderde’ verdienmodel
Voor de crisis werd, ter ontwikkeling van probleemwijken, de zogenaamde ‘trickle down’ aanpak toegepast, met investeringen in het vastgoed werd winst gemaakt, die dan weer zou ingezet worden voor de ‘sociale upgrading’ van wijken. Voorlopig is deze weg afgesloten er wordt nu op dezelfde investeringen verlies gemaakt en dit duurt nog zeker 10 jaar in de gunstigste scenario’s. Er dient een nieuw verdienmodel te worden ontwikkeld om wijken duurzaam te verbeteren, dit keer via het ‘sociaal-fysieke domein’
Worteling/borging in de wijk en de gemeenschap
Het meest cruciale aan de ‘the new commons’ is de positie, namelijk precies in het midden aan de absolute ‘basis’ van onze samenleving (onderhoud en zorg – dagelijkse interactie). Dit geeft een zeer breed perspectief op uitvoeringsniveau. Daarnaast gaan alle verbindingen via het 'sociale verkeer' in een wijk en met een nieuwe leuke, leerzame en nuttige 'noodzaak tot interactie'.
De Tuinman(m/v) is hierbij als vakman de wegbereider, omdat hij/zij het fysieke en sociale werkveld verbindt via het dagelijks onderhoud samen met bewoners. Deze aanpak kan gestaag worden uitgebreid met relevante autonome vakmensen in de frontlinie naast de Tuinman(m/v), bijvoorbeeld de Wijkzuster(m/v).
Het komende jaar 2015 wordt een ‘tussenjaar’ waarbij de nieuwe praktijk dient te worden voorbereid en verder ontwikkeld. Tegelijkertijd is het ook een jaar waarbij de oude praktijk dient te transformeren. Met als extra complicatie; het gegeven dat de nieuwe praktijk op sommige punten zowat het omgekeerde is van wat we nu doen en gewend zijn.
Door deze praktijk te koppelen aan een fonds; de 'community bond' kunnen ook bewoners financieel meeprofiteren van het verbeteren van hun wijk.
Lees hier de eerste column van Dokter Biemans over 'The New Commons'